Besluiten van de Staten-Generaal 1626-1630 betreffende de WIC en Brazilië
19/01/1626, 7
HHM zullen de
WIC te Amsterdam aanraden gunstig te
beslissen over het verzoek om bijstand van de
weduwe Henrick Penner, de onder
kapitein
Isenach dienende luitenant die bij
een uitval in
Bahia de Todos os Santos is omgekomen.
20/01/1626, 6
Jan IJsbrandsz. Gronestein, cipier
van de Voorpoort van het Hof van Holland,
verzoekt geld voor het onderhoud en de
verzorging van de gevangenen uit
Bahia de Todos os Santos.
De
WIC wordt gemachtigd hem 500 of 600
gld. op rekening te geven.
27/01/1626, 19
De
Bewindhebbers van de WIC verzoeken
ook matiging van het plakkaat tegen de soldaten
uit
Bahia de Todos os Santos, maar HHM stellen
de besluitvorming uit tot de RvS een uitspraak
heeft gedaan in de zaak van de gevangenen.
04/02/1626, 6
Diego Mendonça Furstado,
voormalig gouverneur van Bahia de Todos os
Santos, verzoekt gedurende zes tot acht
weken ontslag uit zijn hechtenis om naar
Brabant te reizen en aldaar de algemene
uitwisseling van gevangenen te bevorderen.
Dit zou onder cautie juratoir kunnen
geschieden en ook zullen de Portugese
gevangenen en jezuïeten voor zijn persoon
instaan.
HHM vragen de aanwezige gedeputeerden van de
WIC om advies.
10/02/1626, 10
Marten Hondijck, voormalig
overste van het werkvolk in Bahia de Todos
os Santos, verzoekt de Bewindhebbers van de
WIC op te dragen het door hem in
zijn functie voorgeschoten geld terug te
betalen.
HHM vragen advies aan de
Middelburgse Kamer.
13/02/1626, 10
Diego de Mendonza Fortado,
voormalig gouverneur in Brazilië, verzoekt
de met hem gevangenzittende
Johan Mendez de Vasconsalos te
committeren tot de bewerking van een
algehele gevangenenruil en vraagt voor hem
tevens om een verzachting van de
gevangenschap.
HHM vragen advies aan de Bewindhebbers van
de
WIC .
14/02/1626, 10
Jan IJbrants Gronestein geeft te
kennen dat de Bewindhebbers van de
WIC moeilijk doen over het hem
volgens de resolutie van 20 jan. te geven
geld voor het onderhoud van de uit
Bahia de Todos os Santos afkomstige
officiers in de Voorpoort.
HHM vragen advies aan de RvS.
18/02/1626, 11
Grietje Jans verzoekt de soldij
van haar man, die in
Bahia de Todos os Santos is gesneuveld,
te mogen ontvangen.
Het rekest wordt verwezen naar de
WIC . Zij krijgt 50 st. reisgeld.
20/02/1626, 9
Verschillende inwoners van
Amsterdam verzoeken betaling van hetgeen
zij enkele uit
Bahia de Todos os Santos teruggekeerde
soldaten hebben geborgd. Dit wordt ook
aanbevolen in de brieven van de
Bewindhebbers van de WIC van 9
feb.
HHM wachten met een besluit tot de RvS over
de gevangengenomen officiers uit Bahia heeft
gedisponeerd.
21/02/1626, 3
Een ter vergadering van de
Heren Negentien door de
gecommitteerde Bewindhebbers van de WIC d.d.
Amsterdam 19 feb. geschreven brief bevat een
beargumenteerd verzoek de zaak van de
gevangen officiers uit
Bahia de Todos os Santos af te sluiten.
Vanaf nu zou besloten moeten worden degenen
die na het uitspreken van het vonnis
onschuldig zijn bevonden, te betalen. Dit
schrijven gaat naar de RvS die zich
tegenwoordig met dezelfde kwestie bezighoudt.
In dezelfde brief wordt ook aangedrongen op
de betaling van het geld dat door de
provincies is beloofd. Aangezien de
provincies daarover nog onlangs in alle
ernst is geschreven wordt het passende
vervolg hierop aan de Compagnie overgelaten.
26/03/1626, 16
De Bewindhebbers van
Amsterdamse Kamer van de WIC
schrijven over de grote overlast veroorzaakt
door de uit
Bahia de Todos os Santos teruggekeerde
soldaten en verzoeken HHM zeer dringend een
besluit te nemen over de betaling van de
onschuldige soldaten.
HHM besluiten het plakkaat van 28 okt. 1625
te matigen en sturen deze resolutie aan de
verschillende kamers ter toepassing. Het
plakkaat wordt bij deze gematigd in die zin
dat officieren en soldaten die bij akte van
de fiscaal of op andere wijze onschuldig
zijn bevonden aan de misdaden in
San Salvador tot het moment van overgaan
van die stad [naar de vijand] hun gage
betaald krijgen door de
Bewindhebbers van de WIC .
Hiervan zal afgetrokken worden het bedrag
dat op ieders rekening door de Compagnie is
geboekt en het geld dat de
fiscaal tot levensonderhoud heeft
uitgekeerd. De korting zal niet worden
toegepast op het reis- en teergeld van
degenen die namens de soldaten naar 's-
Gravenhage zijn gezonden. De soldaten
die in
Zeeland en de
Maassteden zijn aangenomen zullen op
dezelfde voet worden behandeld als de
overigen, zodat eenderde van hun maandgeld
wordt afgetrokken voor proviand.
Degenen die buitengewone diensten hebben
verricht aan bijvoorbeeld de fortificaties
zullen naar inzicht van de Bewindhebbers
worden tevredengesteld. Zij die in bestaande
functies en taken zijn benoemd zullen
volgens de hier geldende voet worden betaald,
maar nieuwe en in het buitenland gecreëerde
diensten vallen buiten de aanspraken. De
betaling komt, zoals plechtig beloofd aan de
WIC, voor rekening van de Generaliteit maar
gezien haar schaarse middelen zal de WIC
gevraagd worden het geld voor te schieten op
een akte van HHM.
Anna Hessels verzoekt betaling
van het traktement van haar man die op de
vloot van
L'Eremite verblijft.
HHM wijzen dit af omdat zij gelijk anderen
al drie maanden heeft ontvangen.
28/03/1626, 8
De
Bewindhebbers van de WIC laten
weten dat zij
Pieter Pieterssen Hein hebben
aangenomen als admiraal op de negen grote
schepen en drie jachten die binnenkort zee
zullen kiezen. Hij krijgt een instructie mee
maar moet
Boudewyn Hendrix gehoorzamen
zodra hij zich bij de generaal heeft gevoegd.
HHM geven hun goedkeuring, nemen vervolgens
Hein ter vergadering de eed af en laten
commissie depêcheren.
28/03/1626, 11
Diego de Mendonssa verzoekt HHM
de uitwisseling van gevangenen nader te
regelen. De
Bewindhebbers van de WIC stemmen
toe in de vrijlating van deze voormalige
gouverneur van
Brazilië en de met hem gevangengehouden
jezuïeten, mits voor de eigen gevangenen een
redelijk rantsoen wordt bedongen.
De uitwisseling van gevangenen mag worden
voortgezet conform dit consent. Mocht de
Infanta dat accepteren dan zullen
HHM zich mede nader uitspreken over de
vrijlating van De Mendonssa en de jezuïeten.
09/04/1626, 2
Marten Hondijck, luitenant van
kapitein
Borsele, verzoekt de
Bewindhebbers van de WIC op te
dragen zijn werk aan de fortificaties van
San Salvador te betalen.
Hondijck dient zich tot de Compagnie te
wenden voor zijn betaling.
09/04/1626, 3
David Merede, soldaat in de
compagnie van kolonel
Morgan, verzoekt betaling van 60
gld. die de uit
San Salvador teruggekeerde soldaat
Thijs Willemsen uit de compagnie
van kolonel
Willem Schouten hem vanwege
verblijfskosten schuldig is.
HHM verwijzen Merede naar de
WIC .
24/04/1626, 7
De
WIC moet advies uitbrengen over
het verzoek van
Diego de Mendoça, voormalig
gouverneur van Brazilië. Hij wil tegen een
borg van 30.000 gld. vrijgelaten worden om
met de
Infanta de uitwisseling van de
gevangenen te bewerken.
29/04/1626, 14
Eveneens wijzen HHM het verzoek af
van
Helmont, voormalig kapitein in
San Salvador, de
Bewindhebbers van de WIC op te
dragen zijn goederen te restitueren.
09/05/1626, 11
Hans Ernst Kijff verzoekt om
teruggave van zijn uit
San Salvador meegebrachte buit. De
WIC heeft hem die afgenomen en
hij wil er zijn gevangeniskosten mee betalen.
De WIC ter
Kamer Zeeland heeft de goederen
in beslag genomen en zal om advies worden
gevraagd.
23/06/1626, 10
Hans Isenach, voormalig kapitein
in Bahia de Todos os Santos, verzoekt HHM
maatregelen te treffen zodat hij door de
WIC betaald wordt.
Fiscaal
Sille zal worden gevraagd de
situatie toe te lichten.
25/06/1626, 6
Fiscaal
Sille heeft over kapitein
Isenach bericht dat deze in de
krijgsraad heeft geadviseerd de stad
San Salvador niet over te geven, maar
een bestorming af te wachten. De stukken
zijn evenwel niet voorhanden.
De
WIC zal worden geschreven Isenach
goedgunstig te behandelen.
27/08/1626, 7
Arent Gerrits, burger van
Amsterdam, verzoekt de Bewindhebbers van de
WIC op te dragen hem zijn
verdiende loon te betalen. Hij heeft
Bahia de Todos os Santos helpen
veroveren en deelgenomen aan de Geheime Raad
aldaar. De WIC stelt dat hij zich in die
kwaliteit niet heeft ingespannen voor het
overzenden van de prijzen.
Het rekest gaat naar de RvS die moet nagaan
of er over Gerrits iets te vinden is in de
van de uit Bahia gekomen officiers verkregen
informatie.
10/09/1626, 16
Een ander schrijven van
Z.Exc. d.d. 6 sept. gaat
vergezeld van een aan hem gerichte brief van
markies
Spinola inzake de vracht van twee
schepen die door matrozen vanuit
Brazilië naar
Holland is gebracht. Voor dit feit
worden personen in
Portugal in gijzeling gehouden.
Besloten wordt deze brief met bijbehorende
stukken voor advies naar de
WIC te sturen. Ook zal de
Compagnie worden gemaand een afvaardiging
naar
Sluis te zenden om haar belangen te
behartigen inzake zowel de gevangenen als de
gijzelaars.
19/09/1626, 17
De Bewindhebbers van de
WIC schrijven d.d. Amsterdam 16
sept. in antwoord op de brief van HHM d.d.
10 sept. dat zij niemand met een absolute
commissie naar
Sluis kunnen sturen omdat de Heren
Negentien daarover geen besluit hebben
genomen. Ook antwoorden zij op hetgeen door
Spinola in een schrijven aan
Z.Exc. te berde is gebracht over
de gevangenen uit
Bahia de Todos os Santos die in
Spanje1
gegijzeld worden gehouden.
Inzake het eerste punt laten HHM het bij de
aan
Slachmulder en Gerardt van
Berckel meegegeven instructie.
Van de brief van de Bewindhebbers gaat een
kopie naar Z.Exc. met het verzoek [Spinola]
te willen antwoorden conform de inhoud.
21/09/1626, 2
In de reactie van de
Bewindhebbers van de WIC op het
schrijven van HHM d.d. 25 juni ten gunste
van kapitein
Isenach wordt gewezen op de
consequenties in het geval zij hem zouden
betalen. Ook klagen zij over de dreigementen
die worden geuit door de uit
Bahia de Todos os Santos teruggekeerde
kapiteins.
Het schrijven gaat naar de RvS voor advies.
20/10/1626, 8
Kapitein
Isenach laat per rekest weten dat
de
Bewindhebbers van de WIC weigeren
hem de 500 gld. te betalen die de Compagnie
op grond van de brief van HHM van afgelopen
september zou moeten uitkeren.
Van dit bedrag wordt ordonnantie
gedepêcheerd op commies
Van der Haer. Het bedrag wordt
afgetrokken van het aan de Compagnie
beloofde subsidie voor het onderhouden van
zestienhonderd soldaten.
04/11/1626, 6
Aelbert Dirxen van Nieuborch,
voormalig soldaat in Bahia de Todos os
Santos, verzoekt de
WIC op te dragen hem te betalen.
Is afgewezen.
27/11/1626, 7
Er wordt nog niet beslist over het
verzoek van
Hans Ernst Kieff de door hem bij
de verovering van
San Salvador buitgemaakte en door de
WIC in beslag genomen goederen te
mogen ontvangen.
04/03/1627, 7
Aelbrecht Diderich Hartgen,
voormalig adelborst onder
Willem Schouten in Bahia de Todos
os Santos, klaagt dat de
Kamer Delft van de WIC
maandelijks 3 gld. inhoudt.
HHM laten op het rekest appointeren dat de
Bewindhebbers Hartgen tevreden moeten
stellen, tenzij ze goede redenen tot het
tegendeel hebben, die zij dan aan HHM dienen
te melden.
09/04/1627, 8
In een rekest melden de Bewindhebbers
van de
WIC dat de RvS restitutie wil van
twee halve lichte kanonnen en zes hele en
zes halve draken of het koper daarvan, die
in 1623 voor de tocht naar
Bahia de Todos os Santos zijn geleend.
Conform het verzoek laten HHM de restitutie
uitstellen totdat zij met de WIC een
onderlinge afrekening hebben gemaakt,
waartoe de supplianten worden gemaand.
08/06/1627, 12
Simon van der Does en
Johan de Moor, bewindhebbers van
de WIC, verschijnen ter vergadering met
credentiebrieven van de
Heren Negentien van 7 juni. De
Heren hebben de brief van HHM d.d. 2 juni
ontvangen met daarin het in
Roosendaal genomen besluit over de
wisseling van Spaanse gevangenen. Zij voelen
zich ernstig benadeeld omdat zij volgens de
bepalingen hun gevangenen moeten vrijlaten,
zonder hiervoor in de plaats de in
Amerika en
Brazilië gevangengenomen eigen dienaren
terug te krijgen. Zij verzoeken deze
personen in het traktaat op te nemen, anders
willen zij hun gevangenen niet vrijlaten.
Burgemeester
Geraert van Berckel verschijnt
eveneens ter vergadering. Hij meldt dat de
resolutie van 2 juni over de wisseling niet
succesvol kan worden uitgevoerd, omdat uit
Spanje geen andere gevangenen zijn
gebracht dan die door particulieren of de
Compagnieën zijn veroverd. Het traktaat
heeft geen zin als alleen deze personen zijn
inbegrepen. Hij stelt daarom voor alleen de
Spanjaarden die hier gevangenzitten in de
ruil te betrekken en niet degenen die nog
onderweg zijn, òf de Spanjaarden er geheel
buiten te laten.
Rantwyck,
Nobel,
Vosbergen en
Schaffer moeten de gedeputeerden
van de WIC en Berckel nader horen.
09/06/1627, 1
Rantwyck,
Nobel,
Vosbergen en
Schaffer zijn in conferentie
geweest met de gedeputeerden van de
WIC en
Berckel. De bewindhebbers is
voorgehouden dat de kwestie van hun
gevangenen eerder is afgehandeld. De
generale wisseling van gevangenen kon op
geen andere voorwaarden worden gesloten dan
met inbegrip van de gevangenen van de
Compagnie. Het was niet de intentie van HHM
om die uit handen van de WIC te trekken maar
op een of andere manier betaling voor hen te
krijgen. Ook nu zal worden getracht hen die
in
West-Indië,
Brazilië of elders gevangenzitten bij de
aanstaande wisseling te betrekken. De
gedeputeerden van de WIC is verzocht dit aan
de Heren Negentien mee te delen en hiermee
genoegen te nemen.
Mede op instigatie van Berckel besluiten HHM
dat opnieuw een akkoord over de wisseling
van de sinds 10 oktober 1626 aan weerskanten
genomen gevangenen mag worden gesloten. Het
betreft personen die ter zee, op de rivieren
en te land in het buitenland zijn
gevangengenomen. Spaanse gevangenen zullen
hieronder in principe niet vallen, tenzij
Kesselaer hiertoe allen die onder
de vlag van de WIC zijn uitgevaren en in
Brazilië, West-Indië of elders
gevangenzitten wil rekenen. In dat geval
dienen de commissarissen HHM hiervan op de
hoogte te stellen.
22/06/1627, 2
Op grond van hun rapport worden
Berckel en
Van der Hoge gemachtigd
1 conform eerdere afspraken een generale
uitwisseling van de wederzijds genomen
gevangenen af te sluiten volgens het
traktaat van 10 okt. 1626. De gevangenen
moeten hun eigen kosten betalen en
vervolgens direct worden vrijgelaten, zonder
te hoeven wachten op anderen die niet hebben
betaald.
De uitwisseling geldt voor alle gevangenen
aan weerszijden die zich op de dag van het
sluiten van het traktaat in publieke of
private gevangenschap op het land bevinden.
Zij die nog in de schepen op zee zitten en
niet aan land zijn gebracht, vallen hier
buiten. Ook het voor de
WIC uitgevaren personeel dat in
West-Indië,
Brazilië of elders in
Amerika in gevangenschap verkeert, is in
de wisseling opgenomen. Indien de
Infanta dit punt niet absoluut
toestaat, zal men dit op welbehagen van de
koning van Spanje afspreken. De
Infanta moet dan wel te goeder trouw beloven
alles in het werk te stellen teneinde de
koning over te halen.
De gecommitteerden moeten alles in hun
vermogen doen om de nu hier gevangenzittende
overlopers buiten de regeling te laten.
Wanneer dit niet lukt, dan mogen zij naar
gelegenheid handelen.
Om de kosten voor het land zo laag mogelijk
te houden wordt besloten het rantsoen van de
gevangenen van de vijand in redelijkheid te
taxeren. De lijst van door de vijand
gemaakte gevangenen zal worden gebruikt om
te bezien in hoeverre zij hun rantsoen zelf
kunnen opbrengen.
02/07/1627, 8
In een brief d.d. 30 mei bevelen
burgemeesters en raad van
Emden
Anne Visschers aan, opdat zij
betaling mag krijgen van de diensten van
haar zoon
Jan Visscher in
Bahia de Todos os Santos als timmerman à
6 st. per dag.
HHM verwijzen haar, net als de anderen in
deze kwestie, voor betaling naar de
WIC .
20/07/1627, 8
Een kopie van een brief d.d. Bahia de
Todos os Santos 26 maart van admiraal
Pieter Hein aan de Bewindhebbers
van de
WIC is gelezen. Hierin bericht
Hein dat hij in deze baai
1 schepen heeft veroverd, waarvan hij er
vier stuurt geladen met 2.500 kisten suiker.
Deze vier heeft hij gehouden, de rest is
verbrand.
14/10/1627, 3
HHM lezen het rekest van
Tonis Westerwolt, schipper uit
Hamburg, voorzien van brieven van de
magistraat van
Hamburg. Hij verzoekt teruggave van zijn
schip dat in
Spanje onder dwang in dienst was gesteld
voor de tocht naar
Bahia de Todos os Santos, waar het door
schepen van de
WIC is veroverd en naar
Enkhuizen gestuurd.
De suppliant mag zijn juridische stappen
tegen de Bewindhebbers nemen waar hij wil.
05/11/1627, 1
Enkele bewindhebbers van de
WIC en
Pieter Hein compareren. Als
admiraal in dienst van de WIC heeft Hein een
succesvolle tocht gemaakt waarbij hij tot
tweemaal toe strijd heeft geleverd in de
Bahia de Todos os Santos.
HHM bedanken hem en besluiten hem te vereren
met een gouden keten van 600 gld. met een
medaille van 100 gld.
06/12/1627, 2
Pieter Blom, schipper van
Stralsund, verzoekt om teruggave van zijn
schip dat door
Pieter Hein, admiraal van de WIC,
is genomen in de
Bahia de Todos os Santos. Hij was daar
terechtgekomen als gevolg van een arrest dat
in
Spanje was gedaan.
De suppliant wordt doorverwezen naar
justitie.
08/01/1628, 4
Op verzoek van
Willem van Dorth, voorheen
kapitein in Bahia de Todos os Santos, laten
HHM de Bewindhebbers van de
WIC ter Kamer Amsterdam hem zijn
verdiende soldij volledig uitbetalen.
13/04/1628, 2
Enkele afgevaardigden van de
WIC compareren met
Pieter Pieters Hein en
Hendrick Cornelissen Lonck. De
WIC heeft hen respectievelijk tot generaal
en admiraal van de vloot van 36 à 37 schepen
gekozen en vragen hiervoor toestemming.
HHM accepteren Hein en Lonck waarna deze de
eed afleggen.
02/08/1628, 12
Een brief van de
Bewindhebbers van de WIC ter Kamer Amsterdam
d.d. 1 aug. behoeft geen resolutie.
Zij berichten dat
Dirck Symonsz. van Uytgeest op 20
april langs de kust van
Brazilië vier schepen heeft veroverd met
een totale lading van 1.470 kisten suiker,
vierhonderd kwintaal Braziliaans hout, 35
kisten tabak en negentig huiden.
21/08/1628, 8
Peter van Helmont, voormalig
kapitein in Bahia de Todos os Santos,
beweert 1.117 gld. tegoed te hebben van de
Bewindhebbers van de WIC ,
hetgeen rekeningen aantonen. Hij verzoekt
HHM de Bewindhebbers te gelasten hem te
betalen.
HHM gelasten hun afgevaardigden op de
vergadering van de Heren Negentien van 28
aug. het verzoek aan te bevelen aan de
Compagnie. Zij moeten deze laten beloven de
suppliant tevreden te stellen.
12/09/1628, 14
In een rekest klaagt kapitein
Peter van Helmont dat de
WIC hem nog niet zijn 1.117 pond
heeft terugbetaald. Dit ondanks de
aanbeveling die de afgevaardigden van HHM
krachtens de resolutie van 21 aug. bij de
Compagnie hebben gedaan. Van Helmont
verzoekt HHM om vanwege hun soevereine macht
hem zijn recht te doen krijgen van de
Compagnie.
HHM verwijzen de suppliant naar de ordinaris
rechtbank, waar hij zijn zaak tegen de
Bewindhebbers kan voortzetten.
25/05/1629, 7
HHM lezen het schriftelijke voorstel
van de gedeputeerden ter vergadering van de
Heren Negentien van de WIC , dat
zij gisteren mondeling hebben gedaan. De WIC
wil 54 extra schepen laten uitvaren, bovenop
het aantal dat al op zee is. Dit zal
gebeuren in twee opeenvolgende vloten,
waarvan de eerste, bestaande uit 26 schepen,
reeds zeilklaar is. Aan de uitrusting van de
overige schepen wordt dagelijks gewerkt
onder leiding van generaal
Hendrick Lonck. Naast de
gebruikelijke uitrusting, zullen de schepen
voorzien worden van vijfduizend soldaten en
vierduizend matrozen, zodat men de vijand
niet alleen op zee kan aanvallen, maar ook
één van zijn belangrijkste plaatsen in de
kwartieren aldaar kan veroveren, om conform
het octrooi de handel te vestigen. De WIC
verzoekt HHM zoals in soortgelijke gevallen
om hulp bij de verwezenlijking van deze
plannen. Tevens vraagt de WIC HHM gedurende
een jaar de soldij van tweeduizend man op
zich te nemen en twaalf zeilwaardige schepen
uit te rusten met geschut. De levensmiddelen
en de munitie komen ten laste van de WIC.
HHM zijn ingenomen met het moedige plannen
van de WIC afbreuk te doen aan de vijand en
ter meerder welvaart van de WIC. Als
belangrijkste aandeelhouder moedigen HHM
deze plannen aan, alsmede het aanwenden van
het kapitaal van de WIC hiervoor. Ze vragen
de WIC rekening te houden met eventuele
bezwaren van andere participanten. Indien
niet de verwachte successen worden geboekt
en de WIC daardoor in ongunstige
omstandigheden raakt, zijn HHM bereid de WIC
krachtens het octrooi bij te springen
voorzover de situatie dat toelaat.
25/05/1629, 19
Henderick Cornelis Lonck legt de
eed af als kapitein-generaal in dienst van
de
WIC . Daarop heeft hij zijn
commissie ontvangen.
16/06/1629, 12
HHM lezen het rekest van
Tonis Westerwolt uit Hamburg,
schipper van De
Hoope, wiens schip door de
WIC veroverd is in
Bahia de Todos os Santos en daarna te
Enkhuizen is opgebracht. De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
heeft de WIC op 22 feb. veroordeeld
tot de teruggave van het schip, maar zij
heeft om revisie van dit vonnis gevraagd. De
suppliant vraagt het schip te laten schatten
door experts om daarna na borgstelling te
mogen vertrekken, of anders het schip te
verkopen en het geld na borgstelling te
mogen opnemen.
HHM geven de suppliant toestemming om het
schip weg te voeren. De borg zal gebruikt
worden voor de verrekening van eventuele
vergoedingen die in de revisie bepaald
worden.
19/06/1629, 8
HHM lezen het rekest van de
gezamenlijke reders van
Pieter Blohma, allen inwoners van
Stralsund, ondersteund door een missive
van de
koning van Zweden d.d. 28 aug.
1628 en van het stadsbestuur van Stralsund
d.d. 12 april. De supplianten vragen om de
teruggave van een schip dat in
Spanje in beslag werd genomen en
vervolgens naar
Bahia de Todos os Santos is gestuurd,
alwaar het door de
admiraal van de WIC is veroverd.
Zij voeren hierover een proces tegen de
WIC voor de
Admiraliteit te Amsterdam .
HHM besluiten dat het recht hierin zijn loop
moet hebben.
23/06/1629, 5
Op verzoek van
Dirck van Weerdenburch verlenen
HHM voorschrijven aan ambassadeur
Lier om er bij de regering van
Venetië op aan te dringen de suppliant
zijn compagnie infanterie te laten behouden
zolang hij als eerste kolonel in dienst is
van de
WIC . HHM verzoeken
Beaumont om ambassadeur
Guzzoni te vragen deze kwestie
per brief bij zijn naaste vrienden in
Venetië te bepleiten.
03/07/1629,
8
Beaumont
meldt dat
hij
krachtens de
resolutie
d.d. 23 juni
het verzoek
van kolonel
Weerdenburch
bij
ambassadeur
Guzzoni
heeft
aanbevolen.
Deze
antwoordde
zich ervoor
in te zetten,
maar voegde
eraan toe
dat de
regering van
Venetië
begonnen was
zich in
staat van
verdediging
te stellen
en bijgevolg
alle
officieren
liet
terugroepen.
De
vergadering
bedankt
Beaumont.
25/07/1629, 1
Gelezen zijn de missives van de gedeputeerden te velde d.d. 23 juli, twee brieven van het Hof van Gelre d.d. 13 juli o.s. en een missive van de Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. 14 juli o.s., die alle melden dat de vijand de IJssel is overgestoken en zich aan de rand van de Veluwe verschanst.
HHM besluiten daartegen moedig en met kracht op te treden. De RvS wordt gemachtigd met de overheden van 's- Gravenhage te onderhandelen om hun garnizoenhouders over Utrecht naar Arnhem te laten vertrekken en de troepen van Morgan naar Utrecht te sturen om bewapend en uitgerust te worden. De Staten van Holland wordt verzocht geld ter beschikking te stellen voor het opmarcheren van deze soldaten. De Staten van Utrecht wordt bij monde van de RvS verzocht voor de nodige wapens en uitrusting te zorgen, opdat de troepen zonder vertraging naar Arnhem kunnen optrekken. Alle uitgaven mogen beide Statenvergaderingen aftrekken vann hun ordinaris en extraordinaris consenten. HHM schrijven de stadsbesturen van Gorinchem en Dordrecht respectievelijk één en twee burgercompagnieën gereed te houden om tegen drie compagnieën in omliggende garnizoenen verwisseld te worden op aanwijzen van de RvS. De vrijgekomen garnizoenssoldaten zullen dan eveneens naar Arnhem gestuurd worden. Aelbertus Coenradi wordt verder met geloofsbrieven naar de burgemeesters en regeerders van Amsterdam gezonden met het verzoek om vijf- à zeshonderd man ook daarheen te laten trekken. Verder moet de genoemde Coenraedis de Kamer Amsterdam van de WIC vragen samen met de Kamers Dordrecht en Delft , die door HHM zelf worden aangeschreven, duizend voor de WIC gelichte soldaten ter beschikking van HHM te stellen en naar het rendez-vous te sturen. De Compagnie zal hiervoor in alle redelijkheid vergoed worden. HHM zullen Z.Exc. op de hoogte brengen van al deze maatregelen en zullen hem verzoeken kolonel Weerdenburch aan te stellen als commandant van de troepen van de WIC.
Lochteren en Tercuyle, respectievelijk uit Gelderland en Overijssel, dringen erop aan de steden aan de IJssel, en in het bijzonder het retranchement tussen Zwolle en die rivier, van voldoende soldaten te voorzien. HHM zullen dit aan Z.Exc. schrijven.
06/10/1629, 2
Diderich van Waerdenburch,
aangesteld als generaal over de soldaten op
de vloot van de
WIC die nu gereedligt om uit te
zeilen, compareert ter vergadering. Hij
heeft de eed afgelegd op de commissie van
Z.Exc., heeft trouw aan het land en de
Compagnie beloofd en zal zich inzetten om de
vijand schade te berokkenen. HHM geven hem
afscheid, wensen hem goede reis en succes.
16/11/1629,
25
Ter
vergadering
compareert
commies
Verhaer.
Hij maakt
HHM namens
de RvS
bekend dat
de
bewindhebbers
van de
WIC
aan
de RvS een
memorie
hebben
overhandigd
van alles
wat zij aan
het land
hebben
verstrekt,
ook de door
hun volk
verrichte
diensten
tijdens de
inval van de
vijand op de
Veluwe.
Tevens maakt
de memorie
melding van
de
maandelijkse
verstrekking
van 600 pond
aan kolonel
Weerdenburch.
Ten tweede
hebben ze de
soldaten
ieder een
maand soldij
gegeven om
die af te
laten
marcheren.
Ten derde
stellen zij
de soldij
voor de
kanonniers
op 15 st.
dagelijks.
Ten vierde
willen zij
een
vergoeding
voor de
vermiste
wapens.
Omdat dit
buiten de
order en
voet van het
land omgaat,
verzoekt de
RvS HHM
hierover te
oordelen.
HHM verzoekt
de RvS eerst
een advies
op te
stellen.
24/11/1629, 28
Gelezen is het advies van de RvS d.d.
20 nov. over de namens de
Bewindhebbers van de WIC op 16
nov. ingediende documenten over wat HHM
schuldig zijn betreffende de door de WIC
gedane betaling aan volk en andere zaken
waarmee de WIC het land tegemoet is gekomen.
Overeenkomstig het advies besluiten HHM dat
de betaling van kolonel
Weerdenburch volgens de regels
van het land niet meer dan 400 gld. per
maand bedraagt. De extra maand gage is aan
de kolonel net als aan alle lagere
officieren en soldaten voor het afmarcheren
toegekend. Het loopgeld bedraagt volgens de
regels van het land van 4 gld. per soldaat.
Tot vergoeding van wapens die door
gedeserteerde soldaten of anderszins zijn
achtergelaten kan niet worden besloten, want
het is tegen het gebruik. De betaling van de
konstabels mag niet hoger zijn dan 20 gld.
per maand, volgens de regels van het land.
27/04/1630,
3
Enkele
gecommitteerde
bewindhebbers
van de
WIC
hebben HHM
bericht over
de
verovering
van
Pernambuco
en de forten.
Verder wordt
een brief
hierover van
kolonel
Waerdenburch
overhandigd,
geschreven
in het
jezuïetenklooster
bij de stad
Olinda
d.d. 7 maart.
HHM bedanken
de
bewindhebbers
voor de
goede
berichten.
De
bewindhebbers
hebben HHM
voorts om
steun
verzocht tot
behoud van
Pernambuco
en de forten,
ten tweede
verzoeken ze
om aflossing
van de
600.000 pond
met rente
die is
verschaft
aan de
Generaliteit,
ten derde om
intrekking
van de
paspoorten
die aan
vijftien
schepen zijn
gegeven om
zout te
halen in
Setubal
alsmede om
een strikt
verbod van
de vaart op
Spanje
en ten
vierde om
toestemming
tot
dankzegging
over de
overwinning
op
Pernambuco
in de kerken
van de
provincies
en tot het
tonen van
tekenen van
blijdschap
door de
gemeenten.
Er wordt
geen
resolutie
genomen.
27/04/1630, 6
Jan Jansz. de Jonge, dienaar van
de WIC ter Kamer Zeeland in Middelburg,
krijgt een beloning van 50 gld. voor het
overbrengen van het nieuws over de
verovering van de stad
Olinda.