De Gouden ring.
Sagorsk.
70 km ten noordoosten van Moskou ligt de stad Sagorsk.
De 115.000 inwoners leven hoofdzakelijk van de industrie (elektrotechniek, optiek, mechaniek, lakverven en
speelgoed). Geen toerist zou geïnteresseerd zijn in de stad, ware het niet dat er aan de oostelijke rand het in de
14e eeuw gesticht beroemde Sergiosklooster van de Allerheiligste Drie-eenheid ligt, het klooster Sagorsk, zoals
men het nu noemt.
Reeds aan het einde van de 14e eeuw ontstonden rondom het klooster diverse nederzettingen, die in 1782 onder de
naam Sergijev Possad (= Sergiosmarkt) samengevoegd werden en in 1919 stadsrechten kregen. In 1930 werd
Sergijev Possad omgedoopt in Sagorsk, nadat de revolutionair Vladimir Sagorskij in 1919 het slachtoffer
werd van een aanslag.
Sergiosklooster vanuit het
zuidoosten gezien |
Het Sergiosklooster is een 'lavra', een klooster van grote
betekenis voor het geestelijke en religieuze leven in Rusland. Dank zij het resolute optreden van de igoemen
(= abten) die de eenheid en de onafhankelijkheid van het oude rijk Roes nastreefden, kreeg het deze bijzondere
positie. Behalve Sagorsk zijn slechts drie andere Russische kloosters een lavra, namelijk het Holenklooster in Kiev, het
klooster van Potsjajevsk in Volynié en het Aleksandr Nevskijklooster in St.Petersburg. In 1575 schreef de
Deense gezant Jacob Ulfeldt over het Sergiosklooster: "dit klooster is groot en omgeven door torens, aarden wallen
en een stenen muur; in heel Rusland is er geen beroemder klooster.". In de 17e eeuw verklaarde de Syrische
aartsdiaken en wereldreiziger Paul van Aleppo: "Dit
klooster kent zijn gelijke niet, noch in het land der Moskovieten, noch ergens anders op de wereld".
U bereikt Sagorsk met de trein vanaf het station Jaroslavl of met de auto via de Mira Prospekt en de Jaroslavl
Chaussee. Een snelweg voert u door een heuvelachtig landschap met akkers en dennebossen. Af en toe komt u
een dorp met schitterende houten huizen tegen. Eenzame kerken staan op zacht glooiende heuvels. Nu eens ziet u
een groep moderne datsja's, dan weer weideland en velden.
Drieënheids Kathedraal met graf van
Sergios |
Sergios (Sergej van Radonesj, met als burgerlijke naam
Varfolomej Kirillovitsj, 1313-1391), zoon van een niet zeer rijke bojaar, trok in 1345 met zijn broeder Stepan het bos
van Radonesj in om als monnik een leven van ascese en religieuze verdieping te leiden. De beide kluizenaars
bouwden op de heuvel Makovets aan de monding van een
beek een kleine kluizenaarswoning en een houten kerk. Al spoedig kwamen er meer monniken bij, zodat er in 1355
een kloostergemeenschap met refectorium, keuken,
bakkerij en twee nieuwe kerken ontstond. In 1357 benoemde de Moskouse metropoliet de monnik Sergios tot
abt van het klooster, dat aan de Drie-eenheid was gewijd.
Als hervormer van het Russische ascetisme was Sergios met zijn klooster een voorbeeld voor de ontwikkeling van
het Russische monnikenwezen. Hij zorgde dat er nog meer
kloosters als het zijne werden gesticht, zoals het Moskouse Andronikovklooster en het Boris en Glebklooster bij Rostov
Velikij, en stimuleerde actief de missie en de kolonisatie in het noorden en oosten van het land. Zijn groeiende
autoriteit gaf hem de mogelijkheid de voortdurend oplaaiende vetes tussen de vorsten te beslechten en hen
tot eensgezindheid te manen in het russische gevecht tegen de Tataarse heersers. Toen de Moskouse grootvorst
Dimitrij Donskoj in 1380 het leger van de gouden horde op het snippenveld overwon, was dat mede te danken aan de
abt Sergios.
In 1408 plunderden en brandschatten de Tataren tijdens een wraakactie tegen Moskou het klooster van de
Allerheiligste Drie-eenheid. Door de steun van grootvorst Vassilij I, grote schenkingen van de bojaren en offergaven
van het volk was een snelle wederopbouw van het vernielde kloostercomplex mogelijk. Tussen 1422 en 1423
werd er op het graf van de intussen heilig verklaarde Sergios de kathedraal van de Allerheiligste Drie-eenheid
gebouwd.
Kathedraal van Maria ten Hemelvaart
Heilige Geestkerk
Poortkerk van Johannes de Doper |
Tijdens het bewind van Ivan IV de
Verschrikkelijke ontstond de kathedraal van Maria Hemelvaart, het grootste sacrale gebouw van het klooster,
dat een symbool was van de macht en de rijkdom van het kloostercomplex en het rijk Roes. In deze periode werkten
op de reusachtige landerijen van het klooster 12.000 horige boeren. Het klooster ontwikkelde zich tot een
belangrijk landbouw- en handelscentrum van het land, dat de bescherming en steun genoot van de heersende tsaar.
Alle steden en weerkloosters van het Moskouse rijk bezweken onder de Pools-Litouwse invasie aan het begin
van de 17e eeuw, alleen het Sergiosklooster van de Allerheiligste Drie-eenheid weerstond van 1608-1610
gedurende 16 maanden de belegering door de 30.000 man sterke Poolse troepenmacht, totdat het volksleger van
Minin en Posjarskij de belegering doorbrak en de Polen verdreef. Het klooster werd zo het symbool van de
nationale weerstand, een symbool dat ook tijdens de grote vaderlandse oorlog
(1941-1945) zowel de christenen als atheïsten de kracht gaf om hun vaderland te verdedigen.
Interieuer Karthuizerklooster van de
Tsaren |
In de 17e eeuw stond het klooster op het hoogtepunt van
zijn macht. Na de tsaar was het de rijkste grootgrondbezitter met bijna 17.000 boerderijen. Met hun
goede gevoel voor de politieke tendensen kozen de abten van het Sergiosklooster van de Allerheiligste Drie-eenheid
altijd de zijde van de sterkste. Zo beschermden zij in 1688 de jonge tsaar Peter I en zijn broer Ivan V, nog onder
voogdijschap van hun stiefzuster Sofia, tegen de
bloeddorstige en opstandige strelietsen. Als dank gaf Peter de Grote het klooster later speciale en royale schenkingen.
In 1764 gelastte Catharina II de secularisatie van de kloosters. Daardoor verloor ook het Sergiosklooster zijn
enorme bezittingen en zijn economische en politieke invloed. Het bleef echter welvarend door de talrijke giften
uit adellijke en financiële kringen en van het volk dat pelgrimstochten maakte naar het graf van de heilige
Sergios. In 1920 werd het klooster opgeheven. In 1938 begon de staat met restauratiewerkzaamheden aan de in
verval geraakte gebouwen. Na het einde van de oorlog in 1945 werd het klooster weer ter beschikking gesteld van
de Russisch-orthodoxe kerk. Tegenwoordig wordt het
Sergiosklooster als een nationaal heiligdom en een centrum van het Russisch-orthodoxe christendom
beschouwd. Het klooster van Sagorsk is de zetel van de Theologische Academie van Moskou, waardoor het met
bijna 200 seminaristen de traditie van het in 1742 gestichte seminarie voor priesters voortzet.
|