De met kantelen gekroonde Kremlinmuur heeft een lengte van 2235 m, is 3,5
m tot 6,5 m breed en heeft al naar gelang het niveau van de bodem een hoogte
van 5 tot 19 m. twintig torens verhoogden de verdedigingskracht van de muur,
de hoektorens zijn rond of veelhoekig, de overige zijn vierkant. Vier van de
torens bezaten een poort met een ophaalbrug en een versterkt bruggehoofd. De
ophaalbruggen verdwenen reeds in de 17e eeuw. In dezelfde eeuw werd ook de
gracht gedempt en sinds de 19e eeuw stroomt de Neglinnaja door een ondergronds buizenstelsel.
We beginnen de rondgand om de muur bij de Drieëenheidstoren (Troitskaja Basjnla, kortweg de Troitsatoren), een toren met poort uit 1495 met een hoogte
van 76,35 m en daarmee de hoogste toren van de Kremlinmuur. De diepste kelderruimtes dienden
vroeger als munitiedepot. een stenen brug verbindt de Troitskaja toren met de Koetafjapoort yit het begin van de 16e eeuw, het enige
nog bestaande bruggehoofd-bastion. Op 14 september 1812 reed Napoleon door de Troitskajapoort. Op 11 maart 1918 reed Lenin door deze poort om
vanuit het Kremlin de grote revolutie te voltooien. Naar het noorden gaand
komen we vervolgens bij de beide torens van het arsenaal, de middelste arsenaaltoren en de massiev 60,2 m hoge arsenaalhoektoren.
Onder de arsenaalmuur bedekt de Alexandertuin (Aleksandrovskij Sad) de gekanaliseerde Neglinnaja-rivier. Dit mooie plantsoen werd tussen 1821-1824
door de architect Ossip Bowe ontworpen. De bekoorlijke grot aan de voet van
de middelste arsenaaltoren is ook afkomstig van Bowe. De obelisk in de hoofdalle van de Alexandertuin werd in 1913 ter ere van het 300-jarig bestaan
van de Romanov-dynastie opgericht. Lenin liet de namen van de tsaren en de
tweekoppige adelaar verwijderen en wijdde het monument aan de grote denkers en revolutionairen. De tuin eindigt in het noorden bij het graf van de
onbekende soldaat. Tien donkerrode blokken porfier bevatten aarde uit St.Petersburg, Kiev, Minsk, Volgograd, Sebastopol, Odessa, Kersj,
Novorrossijsk, toela en de vesting Brest, waar in de Tweede Wereldoorlog zware
gevechten woedden. Bruidsparen leggen bloemen voor de eeuwige vlam van het grafmonument om de doden van de grote vaderlandse oorlog (1941-1945)
te herdenken.
Op het Rode Plein staat allereerst de meer dan 67 m hoge Nicolaastoren (Nikolskaja Basjnja). Hij werd in 1492 gebouwd, zijn spitse tentdak in
nieuwgotische stijl ontstond in 1821.
De Nikolsky toren (rechts) |
De kleine senaatstoren (Senatskaja Basjnja) eveneens in 1492 opgericht, is zo
genoemd naar het aan de andere kant van de Kremlinmuur liggende regeringsgebouw. De belangrijkste en tevens mooiste toren van het Kremlin is
de 67,3 m hoge Verlosserstoren (Spaskitoren, Spaskie Vorota), in 1491 door de
Italiaan Pietro Antonio Solari ontworpen. In 1624/25 kreeg de porttoren zijn
tentendakspits en van de Engelse kolkkenmaker Chridtopher Galloway een uurwerk met klokkenspel. Het uurwerk werd herhaaldelijk vervangen, de laatste
keer in 1851/52. Elke 15 minuten weerklinken de negen kwartierklokken, het
uur wordt geslagen door de twee ton zware hoofdklok. Het tegenwoordig elektronisch geregelde klokkenspel geeft de juiste Moskouse tijd aan en wordt
dagelijks om moddernacht en om 6 uur 's morgens over de radio uitgezonden.
De Spasski toren |
De Tsarentoren (Tsarskaja Bajnja) daarnaast steekt slechts 11,4 m boven de
muur uit. In 1680 werd hij op de plaats van een oude houten toren opgericht.
Van hieruit volgde de tsarenfamilie de feestelijkheden op het Rode Plein. In de
Stormklok (Nabatnaja Basjnja) had vroeger de Moskouse brandwacht haar uitzichtspost. Als er brand uitbrak luidden de wachtposten de klok. Ze
weerklonk niet alleen bij grote branden, maar ook bij de opmars van vijandelijke legers en bij volksopstanden. De laatste maal luidde ze bij de
pestopsatnd van 1771. Toen de opstand neergeslagen was, beval Catharina II
'de oproerige klok de tong uit te rukken': de stormklok kwam in de wapenzaal
van het Kremlin. de 36,8 m hoge Konstantino Jeleninskajatoren werd in 1490
op de plaats van een stenen poorttoren gebouwd.
De 46 m hoge en ronde Beklemisjevkajatoren beveilgt de hoek van de Kremlinmuur aan de Moskva. Hij werd in 1487 opgetrokken en ook wel
Moskvoretskajatoren genoemd naar de nabij gelegen Moskvabrug. Dan zijn er nog de Petrovskajatoren, twee naamloze torens en tenslotte de geheime
gangtoren (Tajnitskaja Basjnja), de oudte toren van de Kremlinvesting, van
hieruit liep er een onderaardse gang naar de Moskva. De 30 m hoge,
vierhoekige Maria Boodschaptoren (Blagovesjtsjenskajatoren) werd gebouwd van de blokken kalksteen van het oude Kremlin (14e eeuw). De bijna 59 m
hoge, ronde Watertoren (Vodosvodnaja Basjnja) vormt het zuidwestelijk hoekbastion. Zijn naam duidt op een waterinstallatie die hier in 1613 geplaatst
werd en die de paleizen en tuinen via loden leidingen van water voorzag.
De 51 m hoge Borovitskajatoren dankt zijn naam aan een bosgebied, waardoor
de oeroude straat, die hier uitkomt, liep.
De Borovitsky toren |
Bij de Alexandertuin verheffen zich nog de Wapenkamertoren (Oroesjejnaja
Basjnja) en de Commandantentoren (Komendantskaja Basjnja).
Op de spitsen van de vijf hoogste torens, de Verlossers-, Drieëenheids-, Nicolaas- Borovizkaja- en Watertoren zijn reusachtige sovjetsterren van verguld
staal en robijnglas bevestigd, die dag en nacht een roodachtig licht uitstralen.