Historisch overzicht.
Peter I tot Catharina II.
Peter I (1682-1725), later 'de Grote' genoemd, werd als negenjarige jongen samen met zijn zwakzinnige halfbroer
Ivan V uitgeroepen tot tsaar van Rusland. Met behulp van de strelietsen trok Sofia, zijn oudere halfzuster het
regeringsgezag naar zich toe. De strelietsen (Russsich streltsi = beschermers) waren in het midden van
de 16e eeuw door Ivan de Verschrikkelijke als vast korps aangesteld en hadden allengs meer invloed op de
Russische politiek gekregen. In 1689 lukte het de jonge Peter om zelf het staatsbestuur in handen te nemen. In
1697 reide hij incognito met een Russisch gezantschap naar het Westen om kennis te nemen van de
militair-technische, economische en deculturele
ontwikkeling in West-Europa en om bondgenoten te winnen voor een oorlog tegen Zweden. Hij wilde het
Russische rijk even belangrijk maken als de grote Eurpoese staten om zo het rijk uit zijn isolatie te halen en
het een toegang tot de zee te veschaffen.
Alleen Denemarken en August de Sterke van Saksen-Polen waren bereid het op te nemen tegen de
Zweden. Een opstand van de strelietsen in 1698 riep Peter naar Moskou terug. Hij liet honderden leiders executeren
en liquideerde het korps. In 1700 begon de grote Noordse oorlog (1700-1721). Karel XII van Zweden versloeg in
hetzelfde jaar de Russen bij Narva, verdreef de Saksen uit Polen en vestigde het Poolse koninkrijk
opnieuw. De Zweden rukten op tot aan de Oekraïne, waar zij in 1709 bij Poltava van de Russen verloren. In 1710 veroverde
Peter Riga en Reval. In 1711 mengde ook Turkije zich in de strijd en omsingelde het Russische leger bij de Proet.
Peter werd gevangen, kwam echter na twee dagen weer vrij, nadat hij Azov aan de Osmanen had overgedragen.
In 1713/14 bezetten de Russen Finland. Pruisen en Hannover, die zich intussen aangesloten hadden,
verdreven de Zweden uit Duitsland. In 1718 tijdens de belegering van de Noorse vesting Frederiksten viel Karel
XII. Bij de vrede van Nystad (1721) moest Zwede Lijfland, Estland, Ingermanland en Karelié aan Rusland afstaan.
Daarmee had Peter de toegand tot de Oostzee bereikt, het 'venster naar Europa' was geopend. Voortaan noemde hij
zich 'keizer aller Russen'. Een slagvaardige vloot en een
paraat leger garandeerden de nieuwe grenzen. Reeds in 1803 liet hij midden in het moeras aan de monding van
de Neva een satd bouwen. De Duitse ambachtslieden
noemden haar SintpOetersburg. In 1712 verhief Peter de Grote de stad tot de nieuwe tsarenresidentie. Door
diepgaande hervormingen, voornamelijk op instignatie van de Duitse geleerde Gotfried Wilhelm von Leibnitz
(1646-1716), die hij diverse malen in Duitsland ontmoette, consolideerde Peter het rijk: indeling van
Rusland in provincies en de invoering van colleges (ministeries). Hij vereuropeaniseerde Rusland en de
Russen. Hij stimuleerde de economie door de invoering van moderne arbeidsmethoden. Hij brak de verhouding
van staat en kerk en verving de patriarch door een 'heilige synode'. In 1723 stichte hij de Akademie van
Wetenschappen in Sint-Petersburg. Hij verslechterde
echter door de invoering van hoofdelijke belasting ('zielegeld') de positie van de lijfeigene nog meer.
Bij zijn dood in 1725 liet Peter de Grote een machtig Russisch rijk achter, echter geen troonopvolger, die zijn
werk had kunnen voortzetten (zijn zoon Aleksej stierf in 1718 in de folterkamer; hij werd wegens zogenaamd
hoogverraad uit de weg geruimd). Peters vertrouweling Mensjikov plaatste derhalve de tsarenweduwe Catharina I
(1725-1727), de vroegere boerendochter Marta Skavronska uit Litouwe, op de troon. Catharina werd
opgevolgd door Peter II (1727-1730), de zoon van Aleksej, daarna kwam Anna Ivanova (1730-1740),
dochter van Peters zwakzinnige broer Ivan V aan de macht en tenslotte Ivan
VI, een achterkleinzoon van Ivan IV, die na dertien maanden door Elizabeth, een dochter
van peter de Grote ten val werd gebracht.
Zelfbewust mengde Elizabeth Petrovna (1741-1762) zich in de politiek der Europese grootmachten; zij steunde
Maria Theresia in de Oostenrijkse successie-oorlog en was
bondgenoot van Oostenrijk en Frankrijk tijdens de zevenjarige oorlog. Elizabeth stimuleerde de kunsten en
wetenschappen (1755: Universiteit van Moskou; 1757:
Akademie van Schone Kunsten in Sint-petersburg). De tsarina haalde reeds in 1742 de 14-jarige hertog
vanHolstein-Gottorp. Karl Peter Ulrich, een kleinzoon van Peter de Grote, als troonopvolger naar Rusland en huwde
hem in 1745 uit aan Sofie Friederieke Auguste von Anhalt-Zerbst.
In 1762 stierf Elizabeth, de hertog volgde haar op als Peter III. Sofie, zijn vrouw, zorgde ervoor dat hij na
enkele maanden werd onttroond en had er niets op tegen dat hij werd vermoord. De Duitse prinses werd nu onder
de naam Catharina II (1762-1796) tot tsarina uitgeroepen. Catharina liet Duitse boeren zich aan de
Volga vestigen, drukte in 1774 de grootste boeren- en kozakkenopstand die Rusland ooit gekend had de kop in
en dwing tijdens de twee Turkse oorlogen (1768-1774 en 1787-1792) de toegang tot de Zwarte Zee af. In 1770
was de Russische Oostzeevloot helemaal om Europa gezeild en had de Turkse Armada bij Çesme (Tjesme =
Smyrna, tegenwoordig Izmir) verslagen. In 1783 bezetten de Russen deKrim. In 1795 nam Catharina het tot dan
Poolse hertogdom Koerland in het Russische rijk op.
Catharina de Grote was een zeer ontwikkelde heerseres en aanhangster van het verlicht absolutisme. Zij
correspondeerde met Voltaire en Diderot en legde de basis voor een van de belangrijkste
schilderijenverzamelingen van de wereld. Men dichtte haar talrijke minnaars toe, waaronder haar politieke
raadgever vorst Potemkin (Russisch Potjomkin), die de Krim veroverde en zich ook in de tweede Turkse oorlog
een succesvolle aanvoerder betoonde. Maar het lijfeigenschap beleefde ten tijde van Catharina zijn meest
weerzinwkkende vorm: de boeren konden door hun landheren als vee worden verkocht of naar Siberië worden
verbannen.
|